Claudicatio intermittens

Wat is claudicatio intermittens of: wat zijn etalagebenen?

Tijdens het lopen hebben de beenspieren meer zuurstof nodig dan in rust. Dit zit in uw bloed, het transportmiddel in uw lichaam. Zuurstof wordt door bloedvaten (de slagaders) aangevoerd. Als u sneller loopt of een heuvel opgaat, gebruikt u meer zuurstof. De klachten ontstaan doordat bij etalagebenen de slagaders van het been door aderverkalking vernauwd zijn. De vernauwing zorgt voor een verminderde aanvoer van bloed, en dus van zuurstof, naar de beenspieren. Dat zorgt voor pijnklachten tijdens het lopen, in uw voet, kuit, dijbeen of bil, afhankelijk van de plaats van de bloedvatvernauwing. Als u stilstaat, komen de spieren tot rust en kan het zuurstoftekort worden aangevuld. De klachten nemen dan weer af. Bij extra inspanning, bijvoorbeeld tempoversnelling, zullen de klachten eerder optreden omdat er dan meer zuurstof wordt gevraagd. Ook bij een lage temperatuur zijn er sneller klachten omdat de bloedvaten door de kou iets samentrekken.

De pijn, die optreedt tijdens het lopen, kan uw dagelijks leven behoorlijk verstoren, zowel thuis, op uw werk, als in uw sociale contacten. Bovendien vermindert uw conditie als u door de klachten te weinig beweegt. Als de aandoening langer bestaat kunt u ook last krijgen van koude voeten, het ontbreken van een onderhuidse vetlaag of verdikte teennagels. Wondjes aan voet of been genezen minder goed en gaan soms zweren.

Risicofactoren voor het ontstaan van etalagebenen

Wat voor hart- en vaatziekten in het algemeen geldt, gaat ook op voor ‘etalagebenen’. Roken is de grootste risicofactor. Wie een hoge bloeddruk, een te hoog cholesterolgehalte in het bloed of suikerziekte heeft, kan eerder etalagebenen krijgen. Ook overgewicht en te weinig beweging zijn risicofactoren. Soms ‘zit het in de familie’ en kunt u er weinig aan doen. Meerdere risicofactoren versterken elkaar.

Wat kan fysiotherapie voor u betekenen?

Door de pijn bent u geneigd minder te bewegen waardoor de klachten alleen maar verergeren. De fysiotherapeut helpt u om in beweging te blijven en de problemen door etalagebenen te verminderen in uw dagelijkse leven. Samen streeft u naar een zo groot mogelijke zelfstandigheid.

Doordat lopen pijn gaat doen, gaan veel mensen met etalagebenen op een andere, geforceerde manier lopen. Dit is bedoeld om klachten te vermijden, maar kost veel energie en is op den duur juist hinderlijk. Looptraining onder begeleiding van de fysiotherapeut blijkt daarom heel effectief te zijn. Onder deskundige begeleiding leert u de coördinatie verbeteren en u kunt steeds verder lopen zonder pijn. Ook leert u om door de pijn heen te lopen. Het devies is lopen, lopen, lopen........... Onder invloed van het lopen treedt een verbetering op van het vermogen van de actieve spieren om zuurstof op te nemen, waardoor minder verzuring ontstaat en de pijn langer achterwege blijft. En als er genoeg beweging is, zoekt het lichaam andere wegen om het bloed op de juiste bestemming te krijgen. De bloedstroom in de kleine vaatjes neemt dan toe om het bloed op de juiste plaats te krijgen. Heeft u problemen met specifieke vaardigheden zoals traplopen? Deze kunt u dan gericht trainen onder begeleiding van een fysiotherapeut.

Het geven van de juiste informatie en goede voorlichting is een essentieel onderdeel van de fysiotherapeutische behandeling van etalagebenen. Om blijvend resultaat te boeken, is immers vaak een verandering van uw gedrag nodig. De fysiotherapeut leert u hoe u zelfstandig blijvend uw klachten onder controle kunt houden. Ook leert u hoe u na afloop van de therapie kunt  blijven bewegen en de gezonde leefgewoonten voort kunt  zetten. Om blijvend resultaat te krijgen is immers vaak een gedragsverandering nodig.

Wij zijn als praktijk aangesloten bij het ClaudicatioNet. Monique de Bree heeft zich in deze richting gespecialiseerd.